The Flickr Minensperre Image Generatr

About

This page simply reformats the Flickr public Atom feed for purposes of finding inspiration through random exploration. These images are not being copied or stored in any way by this website, nor are any links to them or any metadata about them. All images are © their owners unless otherwise specified.

This site is a busybee project and is supported by the generosity of viewers like you.

Panzerbataillon 104 trainiert im Gefechtsübungszentrum Heer by Offizieller Auftritt der Bundeswehr

© Offizieller Auftritt der Bundeswehr, all rights reserved.

Panzerbataillon 104 trainiert im Gefechtsübungszentrum Heer

Unterstützungskräfte vom Panzerpionierbataillon 4 verlegen mit dem Minenverlegesystem 85 eine offene Minensperre im Rahmen der Einsatzvorbereitung des Panzerbataillons 104 im Gefechtsübungszentrum des Heeres in der Letzlinger Heide, am 28.04.2020.
©Bundeswehr/Marco Dorow

WWII 163.B4.F8.8 by State Archives of North Carolina

WWII 163.B4.F8.8

Snapshot of the Edersee Dam in Waldeck, Germany, around 1945 during World War II. Photograph taken while Master Sgt. Luther A. Pickett of Lexington, N.C., was stationed at the dam serving in the 79th Field Artillery Group, U.S. Army. Description on the back of the photograph reads: “The Dams.” Description in the photo album reads: “Eder See dam” [circa 1945].

From Calvert and Pickett Papers, WWII 163, WWII Papers, Military Collection, State Archives of North Carolina, Raleigh, N.C.

Deutsche Ankertaumine (WW2) by SurfacePics

© SurfacePics, all rights reserved.

Deutsche Ankertaumine (WW2)

Um wirksam zu werden, müssen die Ankertauminen in einer ganz bestimmten Wassertiefe stehen. Hierfür haben sich zwei Tiefeneinstellsysteme als besonders
brauchbar erwiesen, nämlich das mit dem Voreilanker und das mit abgestecktem Ankertau.

Zur Voreilankermine gehören die EMC, EMD, UMB, EMF. Das Minengefäß ist bei diesen Minen mit dem Voreilanker zunächst starr verbunden. Nach dem Wurf taucht die Mine wieder an der Wasseroberfläche auf und schwimmt. Wenig später fällt nun das Voreilgewicht und zieht die Tiefenleine nach, an der die Tiefeneinstellung für das Gefäß erfolgt ist. Währenddessen füllt sich der kastenförmige, allseitig geschlossene Voreiianker durch ein Sinkventil mit Wasser und beginnt zu sinken. Dabei trommelt sich das im Anker befindliche Ankertau ab. Sobald das vorauseilende Voreilgewicht auf dem Grund aufstößt, wird das Ankertau festgesetzt, und die noch schwimmende Mine wird um die Länge der eingestellten Tiefenleine unter Wasser gezogen. Die Mine ist damit auf der gewünschten Wassertiefe verankert.

Beim zweiten System, dem abgesteckten Antertau, wie es für die DMA vorgesehen ist, sinken Mine und Anker miteinander verbunden auf den Grund. Nach dem Schmelzen eines Salzstückes öffnet sich die Verbindungszange, und das Minengefäß steigt mit dem Ankertau bis zur eingestellten Tiefe empor. In flachen Gewässern muß die Wassertiefe für die Tiefeneinstellung bekannt sein; deshalb kann das Abstecken der Ankertaulänge erst nach vorheriger Lotung oder genau nach Karte und Tide erfolgen.

Quelle: www.boroske.com/Seemine/seemine.html

Ansichtkaart - Werfen einer Minensperre by Dirk Bruin

© Dirk Bruin, all rights reserved.

Ansichtkaart - Werfen einer Minensperre

Ansichtkaart Werfen einer Minensperre

Uitgave; Marine-Verlag Fritz Finke - Wilhelmshaven.

Onbeschreven - Ebay aankoop - december 2016

Ansichtkaart - Auf Strand getriebene deutsche A.E.G Mine by Dirk Bruin

© Dirk Bruin, all rights reserved.

Ansichtkaart - Auf Strand getriebene deutsche A.E.G Mine

Ansichtkaart - Auf Strand getriebene deutsche A.E.G Mine.

Uitgave Fritz Finke - Wilhelmshaven.

Onbeschreven - Ebay aankoop - december 2016

Vlieland - duinhuisje Fazant - vondst Reißboje by Dirk Bruin

© Dirk Bruin, all rights reserved.

Vlieland - duinhuisje Fazant - vondst Reißboje

Zoals wellicht bekend, kwam er recentelijk bij graafwerkzaamheden bij het duinhuisje fazant een Britse zeemijn uit de tweede wereldoorlog tevoorschijn .
Bij de sloop van het huisje kwam ook nog een ander object uit de oorlog tevoorschijn. Deze vondst werd overgebracht naar Informatiecentrum De Noordwester.
Uit onderzoek is gebleken dat het hier gaat om een zogenaamde Reißboje.
Hier een foto van dit object en uitleg over de functie.

Vlieland - Oost-Batterij - Reißboje by Dirk Bruin

© Dirk Bruin, all rights reserved.

Vlieland - Oost-Batterij - Reißboje

Opname gemaakt voor de keuken van de Oost-Batterij ten tijde van de legering van het Klu-detachement op Vlieland.
Links naast de deur een Reißboje, in rood-wit-blauw geschilderd en met diverse kogelgaten.
De mannen van het Klu-detachement hadden meerdere objecten van het strand ter decoratie op het terrein geplaats.
Op de beschikbare foto's zien we zeemijnen, een paravaan, een druktank van een V-1, diverse projectielen, en als palen de verpakkingskokers van de 10,5 cm munitie voor de luchtafweerkanonnen van de Duitsers.

Enige technische gegevens over de Reißboje;

Reißboje (RB)

Obstructor zonder lading

Hoogte - 1,2 meter
Diameter - 0,48 meter
Dikte wand - 2,5 mm

Spitse boei met hijsoog aan de bovenzijde.
Iets groter dan de Sprenboje D.

Schiermonnikoog - strandovergang - waarschuwing voor Sprengboje D by Dirk Bruin

© Dirk Bruin, all rights reserved.

Schiermonnikoog - strandovergang - waarschuwing voor Sprengboje D

Waarschuwing voor de Sprenboje D bij een strandovergang op Schiermonnikoog.
Deze Sprengbojen hebben in het begin van de oorlog diverse slachtoffers gemaakt.
Op Schiermonnikoog kwamen twee mannen om het leven tijdens het sleutelen aan zo'n boei, en op Vlieland is ook iemand omgekomen na het werken aan een Sprengboje.

De Sprenbojen hebben aan de voorzijde een drukonsteker, die na het indrukken de ontsteker activeert.
De boje bevat 800 gram TNT en is zeer gevaarlijk wanneer hij op scherp staat.
In een Duitse handleiding over mijnen staat over dit type;

Aufnehmen der treibende Sprengboje D ist streng verboten.
Jedes Berühren oder Anheben der angetriebenen Sprengboje D ist streng untersagt!
Lebensgefahr!

Schiermonnikoog - strand - Sprengboje D by Dirk Bruin

© Dirk Bruin, all rights reserved.

Schiermonnikoog - strand - Sprengboje D

Een Sprenboje D op het strand van Schiermonnikoog.
Deze Sprengbojen hebben in het begin van de oorlog diverse slachtoffers gemaakt.
Op Schiermonnikoog kwamen drie mannen om het leven tijdens het sleutelen aan zo'n boei, en op Vlieland is ook iemand omgekomen na het werken aan een Sprengboje.

De Sprenbojen hebben aan de voorzijde een drukonsteker, die na het indrukken de ontsteker activeert.
De boje bevat 800 gram TNT en is zeer gevaarlijk wanneer hij op scherp staat.
In een Duitse handleiding over mijnen staat over dit type;

Aufnehmen der treibende Sprengboje D ist streng verboten.
Jedes Berühren oder Anheben der angetriebenen Sprengboje D ist streng untersagt!
Lebensgefahr!

Sperrschutzmittel - Sprengboje D en Reißboje by Dirk Bruin

© Dirk Bruin, all rights reserved.

Sperrschutzmittel - Sprengboje D en Reißboje

Schematische tekening van de drie Sperrschutzmittel die door de Duitse marine tijdens de tweede wereldoorlog zijn gebruikt.
V.l.n.r; Sprengboje D , Reißboje , Bomben-Reißboje.

De Sprengboje D vernielde het veegtuig van een mijnenveger door de detonatie van de 800 gram explosief dat in deze drijver zat.
De twee andere Bojen hadden een kabelsnijder aan de ankerdraad waarmee de veegreep van een mijnenveger doorgesneden werd en zo onklaar werd gemaakt.

Vlieland - de Kaap - S-Mine 35 by Dirk Bruin

© Dirk Bruin, all rights reserved.

Vlieland - de Kaap - S-Mine 35

S-mijn gevonden bij duinhuisje op Vlieland.

Landmijnen in de duinen.

Eind maart 2014 kwamen er bij graafwerkzaamheden bij huisje De West op de Kaap, noord van Duinkersoord een 12 stuks Duitse S-mijnen uit de tweede wereldoorlog aan de oppervlakte.
In oktober 1983 werden bij hetzelfde duinhuisje bij graafwerkzaamheden ook al een aantal van deze mijnen gevonden.

De gevonden landmijnen zijn zogenaamde S-minen.
De S-mijn (Schrapnellmine in Duits, de Nederlandse benaming hiervoor is kartets en dat zijn stalen kogels ), door de Amerikanen genoemd Bouncing Betty, is de bekendste anti-personeelsmijn gebruikt in de Tweede Wereldoorlog.
Wanneer geactiveerd, springen deze mijnen in de lucht en ontploffen ter hoogte van de heup. Bij die explosie schieten allerlei scherpe stukken staal in alle richtingen.
Hier een interessant filmpje over de constructie en werking van deze landmijn.
De S-mijnen zijn ontwikkeld door Duitsland in 1930 en veel gebruikt door het Duitse leger in de Tweede Wereldoorlog.
De mijn was ontworpen om gebruikt te worden in open plaatsen om onbeschermde infanterie uit te schakelen. De S-mijn is in productie gegaan in 1935 en was een belangrijk onderdeel in de verdedigingsstrategie van het Derde Rijk. Toen de productie bij de capitulatie van nazi-Duitsland beëindigd werd, had Duitsland meer dan 1,93 miljoen S-mijnen geproduceerd. Deze mijnen waren verantwoordelijk voor veel zwaargewonden en vertraagden de oprukkende geallieerde troepen. Het ontwerp was eenvoudig en succesvol en werd daarom na de Tweede Wereldoorlog veelvuldig geïmiteerd.

De S-mijnen die bij de graafwerkzaamheden aan de oppervlakte zijn gekomen, waren allen ledig.
Dat was ook eenvoudig vast te stellen, want de bovenste deksel was verwijderd, net als de lading en de detonators.
De twaalf opgegraven mijnen zijn door de Luchtmacht op Vlieland opgehaald, en zullen later nog eens door de EODD bekeken worden om te beoordelen of ze echt ongevaarlijk zijn.

De mijnen hebben tijdens de oorlog in een van de vijf mijnenvelden gelegen die aangebracht waren rond de zoeklichtstelling die aan de oostkant van Kaap-Bol heeft gestaan.
De namen van de mijnenvelden op Vlieland begonnen allemaal met de letter J, meestal de naam van een stad of dorp.
Rond de zoeklichtstelling bij Kaap bol lagen vijf mijnenvelden, en wel

Minenveld Nr. 443 – Juliushütte met 94 stuks S-mijnen, gelegd op 14 september 1943 door het 1./Pi.Batl.347, allen geruimd op 30 augustus 1945
Minenfeld Nr. 444 – Jalta met 46 stuks S-mijnen, gelegd op 20 september 1943 door het 1./Pi.Batl.347, allen geruimd op 29 augustus 1945
Minenfeld Nr. 445 – Jerxheim met 106 S-mijnen, gelegd op 20 september 1943 door het 1./Pi.Batl.347, allen geruimd op 29 augustus 1945.
Minenfeld Nr. 446 – Jauernick met 46 S-mijnen, gelegd op 20 september 1943 door het 1./Pi.Batl.347, allen geruimd op 29 augustus 1945.
Minenfeld Nr. 447 – Joppe, met 72 S-mijnen , gelegd op 20 september 1943 door het 1./Pi.Batl.347, allen geruimd op 31 augustus 1945.
In totaal 364 S-mijnen.
Volgens de mijnenkaart uit 1943 blijkt dat de gevonden mijnen uit het mijnenveld nummer 446 Jauernick afkomstig moeten zijn.

Al deze mijnen zijn in augustus 1945 door het 3./Fallschirmjäger Pionier Bataillon.6 geruimd.
Kennelijk waren Luftwaffe para-genisten naar Vlieland overgebracht om daar mijnen te ruimen.

De mijnen zijn tijdens de ruiming opgegraven waarna eerst een beveiliging in de detonator werd aangebracht, zodat de mijn tijdens de verdere behandeling niet door deze geactiveerd kon worden.
Daarna werden ze op een punt verzameld, waar de detonators werden losgeschroefd, de doppen voor de overdraagladingen losgeschroefd en verwijderd, waarna de deksel van de mijn kon worden losgemaakt en de lading kon worden verwijderd.
Daarop werd de lading in de brand gestoken, de detonators afgeknald en werden de lege mijnen, de deksel en afgeknalde ontstekers in een gat gegooid en begraven.
Volgens de ruimingsrapporten blijkt dat van de 364 gelegde mijnen er 363 werden geruimd.
Van de ontbrekende werd de lege pot gevonden, zo dat alle mijnen in dit veld terecht waren.

Rond de meeste stellingen op Vlieland lagen meerdere mijnenvelden, en een aantal van deze geruimde mijnen zijn er teruggevonden.
De Leeuwarder-Courant meldt het vinden van landmijnen in;

Juni 1959 - Negentig landmijnen gevonden op Vlieland
Augustus 1980 - 12 S-mijnen bij Dam 27
Juli 1986 - Ruim 100 mijnen nabij Stortemelk
Augustus 2011 - Een S-mijn gevonden nabij 12H

Op Vlieland werden tijdens de oorlog 31 mijnenvelden gelegd, waar in totaal 2245 S-mijnen en 1155 Schu-mijnen werden aangebracht.

Vlieland - de Kaap - Minenkarte minenfeld Nr. 446 "Jauernick" by Dirk Bruin

© Dirk Bruin, all rights reserved.

Vlieland - de Kaap - Minenkarte minenfeld Nr. 446 "Jauernick"

Mijnenkaart van mijnenveld Nr. 446 "Jauernick", een van de vijf mijnenvelden rond de zoeklichtstelling van de Oost-Batterij

Landmijnen in de duinen.

Vorige week kwamen er bij graafwerkzaamheden bij huisje De West op de Kaap, noord van Duinkersoord een 12 stuks Duitse S-mijnen uit de tweede wereldoorlog aan de oppervlakte.
In oktober 1983 werden bij hetzelfde duinhuisje bij graafwerkzaamheden ook al een aantal van deze mijnen gevonden.

De gevonden landmijnen zijn zogenaamde S-minen.
De S-mijn (Schrapnellmine in Duits, de Nederlandse benaming hiervoor is kartets en dat zijn stalen kogels ), door de Amerikanen genoemd Bouncing Betty, is de bekendste anti-personeelsmijn gebruikt in de Tweede Wereldoorlog.
Wanneer geactiveerd, springen deze mijnen in de lucht en ontploffen ter hoogte van de heup. Bij die explosie schieten allerlei scherpe stukken staal in alle richtingen.
Hier een interessant filmpje over de constructie en werking van deze landmijn.
De S-mijnen zijn ontwikkeld door Duitsland in 1930 en veel gebruikt door het Duitse leger in de Tweede Wereldoorlog.
De mijn was ontworpen om gebruikt te worden in open plaatsen om onbeschermde infanterie uit te schakelen. De S-mijn is in productie gegaan in 1935 en was een belangrijk onderdeel in de verdedigingsstrategie van het Derde Rijk. Toen de productie bij de capitulatie van nazi-Duitsland beëindigd werd, had Duitsland meer dan 1,93 miljoen S-mijnen geproduceerd. Deze mijnen waren verantwoordelijk voor veel zwaargewonden en vertraagden de oprukkende geallieerde troepen. Het ontwerp was eenvoudig en succesvol en werd daarom na de Tweede Wereldoorlog veelvuldig geïmiteerd.

De S-mijnen die bij de graafwerkzaamheden aan de oppervlakte zijn gekomen, waren allen ledig.
Dat was ook eenvoudig vast te stellen, want de bovenste deksel was verwijderd, net als de lading en de detonators.
De twaalf opgegraven mijnen zijn door de Luchtmacht op Vlieland opgehaald, en zullen later nog eens door de EODD bekeken worden om te beoordelen of ze echt ongevaarlijk zijn.

De mijnen hebben tijdens de oorlog in een van de vijf mijnenvelden gelegen die aangebracht waren rond de zoeklichtstelling die aan de oostkant van Kaap-Bol heeft gestaan.
De namen van de mijnenvelden op Vlieland begonnen allemaal met de letter J, meestal de naam van een stad of dorp.
Rond de zoeklichtstelling bij Kaap bol lagen vijf mijnenvelden, en wel

Minenveld Nr. 443 – Juliushütte met 94 stuks S-mijnen, gelegd op 14 september 1943 door het 1./Pi.Batl.347, allen geruimd op 30 augustus 1945
Minenfeld Nr. 444 – Jalta met 46 stuks S-mijnen, gelegd op 20 september 1943 door het 1./Pi.Batl.347, allen geruimd op 29 augustus 1945
Minenfeld Nr. 445 – Jerxheim met 106 S-mijnen, gelegd op 20 september 1943 door het 1./Pi.Batl.347, allen geruimd op 29 augustus 1945.
Minenfeld Nr. 446 – Jauernick met 46 S-mijnen, gelegd op 20 september 1943 door het 1./Pi.Batl.347, allen geruimd op 29 augustus 1945.
Minenfeld Nr. 447 – Joppe, met 72 S-mijnen , gelegd op 20 september 1943 door het 1./Pi.Batl.347, allen geruimd op 31 augustus 1945.
In totaal 364 S-mijnen.
Volgens de mijnenkaart uit 1943 blijkt dat de gevonden mijnen uit het mijnenveld nummer 446 Jauernick afkomstig moeten zijn.

Al deze mijnen zijn in augustus 1945 door het 3./Fallschirmjäger Pionier Bataillon.6 geruimd.
Kennelijk waren Luftwaffe para-genisten naar Vlieland overgebracht om daar mijnen te ruimen.

De mijnen zijn tijdens de ruiming opgegraven waarna eerst een beveiliging in de detonator werd aangebracht, zodat de mijn tijdens de verdere behandeling niet door deze geactiveerd kon worden.
Daarna werden ze op een punt verzameld, waar de detonators werden losgeschroefd, de doppen voor de overdraagladingen losgeschroefd en verwijderd, waarna de deksel van de mijn kon worden losgemaakt en de lading kon worden verwijderd.
Daarop werd de lading in de brand gestoken, de detonators afgeknald en werden de lege mijnen, de deksel en afgeknalde ontstekers in een gat gegooid en begraven.
Volgens de ruimingsrapporten blijkt dat van de 364 gelegde mijnen er 363 werden geruimd.
Van de ontbrekende werd de lege pot gevonden, zo dat alle mijnen in dit veld terecht waren.

Rond de meeste stellingen op Vlieland lagen meerdere mijnenvelden, en een aantal van deze geruimde mijnen zijn er teruggevonden.
De Leeuwarder-Courant meldt het vinden van landmijnen in;

Juni 1959 - Negentig landmijnen gevonden op Vlieland
Augustus 1980 - 12 S-mijnen bij Dam 27
Juli 1986 - Ruim 100 mijnen nabij Stortemelk
Augustus 2011 - Een S-mijn gevonden nabij 12H

Op Vlieland werden tijdens de oorlog 31 mijnenvelden gelegd, waar in totaal 2245 S-mijnen en 1155 Schu-mijnen werden aangebracht.

Vlieland - Stützpunkt 13H - S-Mine 35 by Dirk Bruin

© Dirk Bruin, all rights reserved.

Vlieland - Stützpunkt 13H - S-Mine 35

S-mine 35 in de duinen nabij stelling 13H.

Landmijnen in de duinen.

Vorige week kwamen er bij graafwerkzaamheden bij huisje De West op de Kaap, noord van Duinkersoord een 12 stuks Duitse S-mijnen uit de tweede wereldoorlog aan de oppervlakte.
In oktober 1983 werden bij hetzelfde duinhuisje bij graafwerkzaamheden ook al een aantal van deze mijnen gevonden.

De gevonden landmijnen zijn zogenaamde S-minen.
De S-mijn (Schrapnellmine in Duits, de Nederlandse benaming voor is kartets en zijn stalen kogels ), door de Amerikanen genoemd Bouncing Betty, is de bekendste anti-personeelsmijn gebruikt in de Tweede Wereldoorlog.
Wanneer geactiveerd, springen deze mijnen in de lucht en ontploffen ter hoogte van de heup. Bij die explosie schieten allerlei scherpe stukken staal in alle richtingen.
Hier een interessant filmpje over de constructie en werking van deze landmijn.
De S-mijnen zijn ontwikkeld door Duitsland in 1930 en veel gebruikt door het Duitse leger in de Tweede Wereldoorlog.
De mijn was ontworpen om gebruikt te worden in open plaatsen om onbeschermde infanterie uit te schakelen. De S-mijn is in productie gegaan in 1935 en was een belangrijk onderdeel in de verdedigingsstrategie van het Derde Rijk. Toen de productie bij de capitulatie van nazi-Duitsland beëindigd werd, had Duitsland meer dan 1,93 miljoen S-mijnen geproduceerd. Deze mijnen waren verantwoordelijk voor veel zwaargewonden en vertraagden de oprukkende geallieerde troepen. Het ontwerp was eenvoudig en succesvol en werd daarom na de Tweede Wereldoorlog veelvuldig geïmiteerd.

De S-mijnen die bij de graafwerkzaamheden aan de oppervlakte zijn gekomen, waren allen ledig.
Dat was ook eenvoudig vast te stellen, want de bovenste deksel was verwijderd, net als de lading en de detonators.
De twaalf opgegraven mijnen zijn door de Luchtmacht op Vlieland opgehaald, en zullen later nog eens door de EODD bekeken worden om te beoordelen of ze echt ongevaarlijk zijn.

De mijnen hebben tijdens de oorlog in een van de vijf mijnenvelden gelegen die aangebracht waren rond de zoeklichtstelling die aan de oostkant van Kaap-Bol heeft gestaan.
De namen van de mijnenvelden op Vlieland begonnen allemaal met de letter J, meestal de naam van een stad of dorp.
Rond de zoeklichtstelling bij Kaap bol lagen vijf mijnenvelden, en wel

Minenveld Nr. 443 – Juliushütte met 94 stuks S-mijnen, gelegd op 14 september 1943 door het 1./Pi.Batl.347, allen geruimd op 30 augustus 1945
Minenfeld Nr. 444 – Jalta met 46 stuks S-mijnen, gelegd op 20 september 1943 door het 1./Pi.Batl.347, allen geruimd op 29 augustus 1945
Minenfeld Nr. 445 – Jerxheim met 106 S-mijnen, gelegd op 20 september 1943 door het 1./Pi.Batl.347, allen geruimd op 29 augustus 1945.
Minenfeld Nr. 446 – Jauernick met 46 S-mijnen, gelegd op 20 september 1943 door het 1./Pi.Batl.347, allen geruimd op 29 augustus 1945.
Minenfeld Nr. 447 – Joppe, met 72 S-mijnen , gelegd op 20 september 1943 door het 1./Pi.Batl.347, allen geruimd op 31 augustus 1945.
In totaal 364 S-mijnen.
Volgens de mijnenkaart uit 1943 blijkt dat de gevonden mijnen uit het mijnenveld nummer 446 Jauernick afkomstig moeten zijn.

Al deze mijnen zijn in augustus 1945 door het 3./Fallschirmjäger Pionier Bataillon.6 geruimd.
Kennelijk waren Luftwaffe para-genisten naar Vlieland overgebracht om daar mijnen te ruimen.

De mijnen zijn tijdens de ruiming opgegraven waarna eerst een beveiliging in de detonator werd aangebracht, zodat de mijn tijdens de verdere behandeling niet door deze geactiveerd kon worden.
Daarna werden ze op een punt verzameld, waar de detonators werden losgeschroefd, de doppen voor de overdraagladingen losgeschroefd en verwijderd, waarna de deksel van de mijn kon worden losgemaakt en de lading kon worden verwijderd.
Daarop werd de lading in de brand gestoken, de detonators afgeknald en werden de lege mijnen, de deksel en afgeknalde ontstekers in een gat gegooid en begraven.
Volgens de ruimingrapporten blijkt dat van de 364 gelegde mijnen er 363 werden geruimd.
Van de ontbrekende werd de lege pot gevonden, zo dat alle mijnen in dit veld terecht waren.

Rond de meeste stellingen op Vlieland lagen meerdere mijnenvelden, en een aantal van deze geruimde mijnen zijn er teruggevonden.
De Leeuwarder-Courant meldt het vinden van landmijnen in;

Juni 1959 - Negentig landmijnen gevonden op Vlieland
Augustus 1980 - 12 S-mijnen bij Dam 27
Juli 1986 - Ruim 100 mijnen nabij Stortemelk
Augustus 2011 - Een S-mijn gevonden nabij 12H

Op Vlieland werden tijdens de oorlog 31 mijnenvelden gelegd, waar in totaal 2245 S-mijnen en 1155 Schu-mijnen werden aangebracht.

Minenkreuzer Albatros vor Gotland und Panzerkreuzer Amalfi by Ireck Litzbarski Collection

© Ireck Litzbarski Collection, all rights reserved.

Minenkreuzer Albatros vor Gotland und Panzerkreuzer Amalfi

Die zweite SMS Albatross war ein Minenkreuzer der Kaiserlichen Marine und gehörte zur Nautilus-Klasse.
Nach den verschiedenen Probefahrten im Jahr 1907 wurde das Schiff dem Manöver-Geschwader mit dem Hauptliegehafen Cuxhaven zugeteilt. 1911 wurde es von dem Hansa-Dampfer Wartburg gerammt und repariert.

Gleich zu Beginn des Ersten Weltkriegs, im August 1914, warf die Albatross zusammen mit dem Kleinen Kreuzer Stuttgart eine Offensivsperre von 200 Minen in das Mündungsgebiet des Tyne. Es folgten weitere Einsätze in der südlichen Nordsee und später auch in der Ostsee. Für den 1. Juli 1915 war geplant, eine offensive Minensperre von 180 Minen, nordöstlich und nordwestlich von Bogskär zu werfen. Auf dem Rückweg traf ein unter dem Befehl von Konteradmiral Michail Bachirew stehendes russisches Geschwader, bestehend aus den Panzerkreuzern Admiral Makarow und Bajan sowie den Geschützten Kreuzern Bogatyr und Oleg, am 2. Juli 1915 während des sogenannten Gotland-Raid vor der schwedischen Insel Gotland auf die Albatross und den Kleinen Kreuzer Augsburg sowie drei Torpedoboote. Die Russen konzentrierten ihr Feuer auf die Albatross, die schwer getroffen von ihrem Kommandanten, Fregattenkapitän West, an der gotländischen Küste auf Grund gesetzt wurde. Die Mannschaft hatte 28 Tote zu beklagen, an die ein Gedenkstein an der Kirche von Östergarn erinnert. Die Überlebenden wurden von den Schweden bis zum Ende des Krieges interniert.

Am 23. Juli 1915 schleppten die Schweden das Schiff nach Fårö und gaben es nach Ende des Krieges im Dezember 1918 an das Deutsche Reich zurück.

Die Amalfi war ein Panzerkreuzer der Pisa-Klasse der Regia Marina (Königlich Italienische Marine). Sie wurde im Italienisch-Türkischen Krieg mit der Italienischen Flotte im September 1911 vor Tripolis eingesetzt und unterstützte im Oktober die Landung Italienischer Truppen bei Derna. Im April 1912 führten Amalfi und ihr Schwesterschiff Pisa den Angriff italienischer Schiffe auf die türkischen Forts an den Dardanellen an. Im Ersten Weltkrieg wurde die Amalfi im Juli 1915 versenkt.

Versenkung der Amalfi

Kurz nach dem Eintreffen der vier Panzerkreuzer in Venedig nahm die Amalfi in der Nacht auf den 7. Juli 1915 an einer Kampfaufklärung zum österreich-ungarischen Kriegshafen Pula teil. Nach der Mission wurde der Kreuzer etwa 20 Seemeilen vor Venedig vom österreichischen U-Boot U-26 in der Morgendämmerung des 7. Juli torpediert. Das angreifende Unterseeboot war das deutsche Unterseeboot UB 14 vom Typ Typ UB I (127 t) unter Oberleutnant zur See Heino von Heimburg. Es wurde als österreichisches Boot und unter österreichischer Flagge eingesetzt, da Deutschland sich noch nicht mit Italien im Kriegszustand befand. Die getroffene Amalfi bekam sofort Schlagseite nach Backbord und bekam den Wassereinbruch nicht unter Kontrolle. Ihr Kapitän befahl die Räumung des Schiffes und der Kreuzer sank 30 Minuten nach dem Treffer. Die zur Unterstützung herbeieilenden Schiffe der Division retteten die Mehrzahl der Besatzungsangehörigen. Nur 67 Mann sollen nach den Verlustlisten ums Leben gekommen sein, auch wenn erste Berichte von 200 Toten sprachen. Als Folge der Versenkung der Amalfi liefen das Schwesterschiff Pisa und die anderen Panzerkreuzer aus Venedig kaum noch aus und wurden schließlich im April 1916 nach Valona verlegt[Wikipedia]

Bildquelle: Der Weltspiegel, Juli 1915, Halb-Wochenzeitschrift Berliner Tagesblatt

Minenkarte by Dirk Bruin

© Dirk Bruin, all rights reserved.

Minenkarte

Minenfeld Nr 427 Jägerndorf Stützpunkt 12H


Map with one of the minefields surrounding the Infanterie stronghold 12H situated on the isle of Vlieland, The Netherlands.

Minensperrbeschreibung by Dirk Bruin

© Dirk Bruin, all rights reserved.

Minensperrbeschreibung

Minenfeld Nr 427 Jägerndorf Stützpunkt 12H

Augustus 2011 - S-mijn gevonden.

100 stuks S-Minen 35 gelegd, en 100 geruimd. Toch was er een achter gebleven. Gister werd in de nabijheid van de voormalige stelling 12H nog een scherpe S-mijn gevonden.
Er zijn in het verleden bij diverse stelling S-mijnen gevonden, maar dit waren allen ontdaan van ontsteking en lading, in gaten gedumpt na de ruiming van de mijnenvelden in 1945.

Stützpunkt 12H is een van de drie infanteriestellingen op Vlieland, gelegen in de zeewering ten weten van de Ankerplaats.
Deze hadden ten doel een eventuele landing af te slaan, daarvoor uitgerust met middelzware wapens.
Ter verdediging aan de landzijde waren prikkeldraadversperringen aangelegd en een zeven stuks mijnenvelden, strategisch aangelegd rondom de stelling.
De diverse velden hadden allen een naam en de mijnenvelden rondom Stützpunkt 12H begonnen allen met de letter J.
Dit waren;

Joppe - met 27 stuks S-mijnen - allen geruimd op 1 september 1945
Jägersdorf - met 100 stuks S-mijnen - allen geruimd op 31 augustus 1945
Jörn - met 62 stuks S-mijnen - allen geruimd op 31 augustus 1945
Junkerath met 62 stuks S-mijnen - allen geruimd op 31 augustus 1945
Jaffa - met 64 stuks S-mijnen - allen geruimd op 31 augustus 1945
Jamaika - met 52 stuks S-mijnen - allen geruimd op 31 augustus 1945
Java - met 27 stuks S-mijnen - allen geruimd op 31 augustus 1945

In totaal lagen er 439 S-mijnen rond de stelling 12H.
Het is opmerkelijk dat er toch nog een S-mijn in een van de mijnenvelden is achter gebleven.
Uit de archiefstukken volgt dat er een zeer nauwkeurige beschrijving was van het mijnenveld.
In kaarten staat op de centimeter aangegeven waar de mijnen lagen, en bij de ruiming zijn bij alle velden het aantal dat gelegd is, ook weer geruimd, er worden geen vermissingen genoteerd.