The Flickr Degelderseatila Image Generatr

About

This page simply reformats the Flickr public Atom feed for purposes of finding inspiration through random exploration. These images are not being copied or stored in any way by this website, nor are any links to them or any metadata about them. All images are © their owners unless otherwise specified.

This site is a busybee project and is supported by the generosity of viewers like you.

M v Rossum stamboom by aad.born

M v Rossum stamboom

Cannenburch by aad.born

Cannenburch

detail gevel

Maarten v Rossum Duivelshuis by aad.born

Maarten v Rossum  Duivelshuis

Maarten van Rossum
detail geveldecoratie "Duivelshuis"

Het "Duivelshuis" is één van de belangrijkste monumenten van Arnhem. De oorsprong ligt in de 15e eeuw.
Hertog Karel van Gelre kocht het in 1518.
Het staat ook bekend als het huis van Maarten van Rossum, eigenaar in de 16e eeuw.
De Arnhemse burgemeesters hebben sinds 1830 hun werkkamer in het "Duivelshuis"

Nadat hertog Karel in 1538 overleed, nam zijn veldheer Maarten van Rossem het gebouw over.

Maarten van Rossem was een uitstekend bevelhebber en strateeg, die veel heeft bijgedragen aan de roem van het hertogdom Gelre.

Van Rossem liet het gebouw aankleden met tal van beelden. De saters aan de voorgevel werden door de Arnhemmers aangezien voor duivels. Het is waarschijnlijk dat het huis ook zo aan zijn naam kwam.

Helaas voor Van Rossem, door de opkomende boekdrukkunst via pamfletten, is Van Rossem afgeschilderd als een meedogenloos monster. En als monster in de geschiedschrijving terecht gekomen.
De "Atila van Gelre"

De plundering van Denhaag 1528 by aad.born

De plundering van Denhaag 1528

van Oost-Friesland tot diep in Vlaanderen.
werd de naam ‘Van Rossum’ een synoniem voor dood en verderf.
Vriend en vijand waren het erover eens dat Van Rossum een dapper militair was die zelf steeds in de voorste linies te vinden was.
Hij stond erom bekend dat hij zich met hulp van spionnen altijd goed informeerde over de sterkte van zijn tegenstander, om precies toe te slaan bij de zwakste plek in de verdediging.
Ook lukte het hem herhaalde malen de vijand door een list op het verkeerde been te zetten. Maar het waren niet deze krijgsverrichtingen die hem de bijnaam ‘Gelderse Atilla’ bezorgden.

Een terugkerend probleem voor iedere vorst was hoe aan voldoende huurlingen te komen en vervolgens verzekerd te blijven van hun inzet en loyaliteit. Als betaling uitbleef, waren muiterijen schering en inslag. Daarom beloofde Karel van Gelre, al voordat Maarten van Rossum aantrad, huurlingen bij de werving geen soldij, maar een aandeel in de buit.

Maarten van Rossum noemde dat ‘de oorlog de oorlog laten betalen’. Plunderingen werden tot op zekere hoogte beschouwd als een onvermijdelijk bijproduct van een oorlog, maar onder Van Rossum werden ze steeds meer een doel op zich. Hij zou zijn strijdmethode ooit hebben samengevat met de woorden: ‘Blaken en branden zijn de sieraden van de oorlog.’

In 1528 vestigde Van Rossum zijn naam definitief. Een jaar eerder had hij de stad Utrecht bezet, en daarvoor was het Oversticht al in Gelderse handen gekomen. De bisschop van Utrecht was in het nauw gebracht en sloot een pact met keizer Karel V. Hij droeg het wereldlijk gezag van zijn bisdom over aan de keizer. Op dat moment leek de situatie te veranderen in het nadeel van Karel van Gelre.

Van Rossum besloot hierop, in overleg met de hertog, de vijand in het hart te treffen. In maart 1528 rukte hij vanuit Utrecht met tweeduizend man op naar Den Haag.
Om de tegenstander te misleiden voerden ze Oostenrijkse vaandels. Tot op het laatst hield hij de soldaten onkundig van het doel van de expeditie, maar hij beloofde hun bergen van goud en zilver. De bevolking van de residentie werd volkomen verrast.

Hun strijdkreet roepend ‘Gelre! Gelre!’ vielen Karels soldaten de praktisch onverdedigde stad van twee kanten aan. Systematisch plunderden ze de huizen van de rijkste inwoners en een deel staken ze in brand.
Het stadsbestuur kon plundering van de rest van de stad afkopen voor 25.000 gulden.
Maar dat bedrag kon de stad niet in één keer op tafel leggen en daarom namen Karels mannen een aantal vooraanstaande inwoners mee als gijzelaar, de schrik zat er goed in.
( Historisch Nieuwsblad 7/2013 )

In de gravure is zeer goed herkenbaar, het zicht vanaf de "Plaats" met rechts de "Gevangenpoort", het "Binnenhof" met "Ridderzaal" de "Hofvijver" en de beboomde "Lange Vijverberg".
In het midden van de gravure is ook "het torentje" te zien, de huidige werkplek van de premier.

Cannenburch Maarten v Rossum te paard by aad.born

Cannenburch Maarten v Rossum te paard

Houtsnede uit ca 1545
De "Gelderse Atila"
De Geldersen stonden in de 15e en 16e eeuw te boek als boers, barbaars, oorlogszuchtig en rebels.
Dit imago hadden zij te danken aan de vele oorlogen met de Bourgondische en Habsburgse vorsten die het hertogdom Gelre wilden veroveren.

De strijd waaraan hij zijn reputatie dankte, markeerde de overgang van de Middeleeuwen naar de moderne tijd, toen de lappendeken van nagenoeg zelfstandige hertogdommen en graafschappen in de Nederlanden langzaam maar zeker plaatsmaakte voor grotere staatkundige verbanden.
Door een uitgekiende huwelijkspolitiek hadden de Bourgondiërs reeds het grootste deel van de Zuidelijke Nederlanden, Holland en Zeeland aan hun bezittingen toegevoegd.

Ook Gelderland viel aanvankelijk onder hun gezag.
Het doel was ook de overige gewesten – Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel en Utrecht – te onderwerpen en het bestuur te centraliseren.
Toen Maarten van Rossum ter wereld kwam, hadden de Habsburgers het gezag over de Nederlanden overgenomen van de Bourgondiërs, en zij zetten dit beleid onverkort voort.
Maar het zou nog tot 1543 duren voor ook Gelre zich als laatste Nederlandse gewest aan de Habsburgers onderwierp.

DSCI0763 Cannenburch by aad.born

DSCI0763 Cannenburch

DSCI0764 Cannenburch by aad.born

DSCI0764 Cannenburch

DSCI0765 Cannenburch by aad.born

DSCI0765 Cannenburch

DSCI0761 Cannenburch by aad.born

DSCI0761 Cannenburch

DSCI0762 Cannenburch by aad.born

DSCI0762 Cannenburch

DSCI0739 de Cannenburch by aad.born

DSCI0739  de Cannenburch

DSCI0758 Cannenburch by aad.born

DSCI0758 Cannenburch

DSCI0753 Cannenburch by aad.born

DSCI0753 Cannenburch

DSCI0752 Cannenburch by aad.born

DSCI0752 Cannenburch

DSCI0755 Cannenburch by aad.born

DSCI0755 Cannenburch

De ‘Gelderse Oorlogen’ waren een onderdeel van de strijd tussen Frankrijk en het Habsburgse Rijk, dat in 1519 onder leiding kwam te staan van keizer Karel V.

Maarten van Rossum vervulde een hoofdrol in deze strijd, die met adempauzes zo’n veertig jaar duurde, van 1502 tot 1543.

In dienst van de hertog van Gelre trok maarschalk Maarten van Rossum plunderend en moordend door de Nederlanden. Decennialang verdedigde hij met harde hand de onafhankelijkheid van Gelderland, ook toen dat allang een verloren zaak was.

DSCI0760 Cannenburch by aad.born

DSCI0760 Cannenburch

DSCI0756 Cannenburch by aad.born

DSCI0756 Cannenburch

Maarten van Rossum (ook Marten en Rossem) geboren Zaltbommel circa 1478, overleden Antwerpen 7 juni 1555.
Heer van Poederoijen,
pandheer van Bredevoort,
heer van Cannenburgh,
heer van Lathum en Baer.
Hij was maarschalk van Gelre en later keizerlijk stadhouder van Luxemburg.

DSCI0757 Cannenburch by aad.born

DSCI0757 Cannenburch

Maarten van Rossum (ook Marten en Rossem) geboren Zaltbommel circa 1478, overleden Antwerpen 7 juni 1555, heer van Poederoijen, pandheer van Bredevoort, heer van Cannenburgh, heer van Lathum en Baer, was maarschalk van Gelre en later keizerlijk stadhouder van Luxemburg.

De Gelderse legeraanvoerder werd buiten zijn vaderland door de nietsontziende manier waarop hij oorlog voerde, zeer gevreesd.

In een lange carrière bracht hij zijn lijfspreuk:
"Blaken en branden is het sieraad van de oorlog"
veelvuldig in de praktijk.

Zijn manier van oorlogvoeren is goed te vergelijken met die van zijn Italiaanse collega's de condottieri en kenmerkte zich door guerrilla-achtige tactieken. De burgerbevolking, nog minder dan in zijn tijd gewoon was, werd niet ontzien.

Gedurende dertig jaar diende hij de belangen van de hertogen van Gelderland, Karel van Egmont en diens opvolger Willem van Gulik,
Zij streden voor de onafhankelijkheid van Gelderland.
De Habsburgse Nederlanden, van keizer Karel V, waren de tegenstanders.

Van Rossum bracht een lange lijst van wapenfeiten op zijn naam, waaronder de verovering van Arnhem en Rhenen door het toepassen van krijgslisten,
plundertochten in Holland,
de verovering van Utrecht in 1527,
zijn opzienbarende aanval op Den Haag in 1528 en
zijn veldtocht tegen Brabant (1543-43).

Na de ondergang van het hertogdom Gelre vocht hij de laatste jaren van zijn leven tegen Frankrijk.
Hij was toen in dienst van zijn oude vijand, keizer Karel V.

DSCI0754 Cannenburch by aad.born

DSCI0754 Cannenburch

Frankrijk, Gelres oude bondgenoot, werd Van Rossums nieuwe tegenstander. Spoedig zou de bevolking van Noord-Frankrijk kennismaken met zijn tactiek en men bad in Parijs dat de Gelderse veldheer aan hun stad voorbij zou gaan.
Eenmaal rukte Van Rossum op tot vlak bij de Franse hoofdstad, en prompt kwam een vluchtelingenstroom op gang.

Op 7 juni 1555 blies Maarten van Rossum zijn laatste adem uit niet op het slagveld, maar op het ziekbed.
Een uitbraak van de pest in een legerkamp bij Givet, op de huidige Belgisch-Franse grens, werd hem fataal.

Het bevel over de keizerlijke troepen werd overgenomen door een jonge Duitse edelman die onder anderen van Van Rossum de kneepjes van het militaire vak had geleerd.
Willem, graaf van Nassau-Dillenburg en prins van Oranje.
Hij zou er in de geschiedschrijving heel wat beter vanaf komen dan zijn leermeester.

DSCI0743 Cannenburch by aad.born

DSCI0743 Cannenburch

detail gevel
Links het wapen van de familie van Isendoorn.

De vroegste vermelding van de Cannenburch dateert uit 1365. Sinds 1402 is het een leengoed van de Gelderse hertogen.
In 1543 kocht de legendarische Gelderse veldheer Marten van Rossem de restanten van het middeleeuwse kasteel.
Hij bouwde een statig slot van drie verdiepingen.
De naar voren springende ingangstoren werd van natuurstenen ornamenten voorzien.
Hiermee kwam de renaissancestijl voor het eerst in Gelderland.

Uitbreidingen
In 1555 kwam Cannenburch in handen van Van Rossems neef Hendrik van Isendoorn à Blois, die het bouwplan voltooide.
Zijn nazaten bewoonden het kasteel 300 jaar lang en voerden enkele uitbreidingen en verbouwingen uit.
Rond 1750 werd het complex gemoderniseerd.
Er verrezen twee grote dienstvleugels ter weerszijden van het voorplein en er kwam een nieuwe stenen brug over de gracht naar een nieuwe ingangspartij.
Sinds deze ingrepen is er aan de hoofdvorm van de Cannenburch niets wezenlijks veranderd.

Opengesteld
Na verval en dreigende afbraak in de 19e eeuw kwam het kasteel in 1905 in handen van mevrouw F.A.F. Cleve-Mollard uit Berlijn.
Na de Tweede Wereldoorlog heeft de Staat der Nederlanden Cannenburch als vijandelijk bezit geconfisqueerd. In 1951 droeg ze het over aan Geldersche Kasteelen.
Nog hetzelfde jaar werd kasteel Cannenburch als eerste kasteel van de stichting opengesteld voor het publiek. In de jaren 1975-1981 vond een grote restauratie plaats.