Un mušhuššu, détail de la porte d'Ishtar,
This page simply reformats the Flickr public Atom feed for purposes of finding inspiration through random exploration. These images are not being copied or stored in any way by this website, nor are any links to them or any metadata about them. All images are © their owners unless otherwise specified.
This site is a busybee project and is supported by the generosity of viewers like you.
Un mušhuššu, détail de la porte d'Ishtar,
During the reign of King Nebuchadnezzar II ( 640 - 562 B.C. ) the city of Babylon was restored to its former glory. Not only did he restore many buildings, he also rebuilt the temple of Marduk ( the Etamenaki ) and erected a palace fortress that was terraced: the hanging gardens of Babylon. Around 575 BC, he built the eighth city gate of Babylon: the Ishtar Gate, which had a height of 16.5 m.
Website of the Pergamon museum in Berlin: www.smb.museum/en/museums-institutions/pergamonmuseum/home/
The Ischtar Gate
Onder de regeerperiode van koning Nebukadnezar II ( 640 – 562 v. Chr. ) werd de stad Babylon in haar vroegere luister hersteld. Niet alleen restaureerde hij veel gebouwen, hij herbouwde ook de tempel van Marduk ( de Etamenaki ) en trok een paleisburcht op die terrasgewijs verliep: de hangende tuinen van Babylon. Rond 575 v. Chr. bouwde hij de achtste stadspoort van Babylon: de Isjtar-poort, die een hoogte had van 16,5 m.
Website van het Pergamonmuseum in Berlijn: www.smb.museum/museen-einrichtungen/pergamonmuseum/home/
De Isjtarpoort
Sous le règne du roi Nabuchodonosor II (640 - 562 av. J.-C.), la ville de Babylone a retrouvé sa gloire d'antan. Non seulement il a restauré de nombreux bâtiments, mais il a également reconstruit le temple de Marduk (l'Etamenaki) et a érigé un palais-forteresse en terrasses : les jardins suspendus de Babylone. Vers 575 avant J.-C., il a construit la huitième porte de la ville de Babylone : la porte d'Ishtar, qui avait une hauteur de 16,5 mètres.
Site web du muséé de Pergame à Berlin: www.smb.museum/museen-einrichtungen/pergamonmuseum/home/
La Porte d'Ishtar
The goddess Ishtar was invoked as the bringer of life force. But, as goddess of fertility and sexuality, she also had the power to destroy farmland and make animals infertile. She was also invoked as a goddess of war, during battles and pursuits. She was first worshipped around 3000 BC as the Sumerian goddess Inanna in Uruk, her holy city.
Website of the Pergamon museum in Berlin: www.smb.museum/en/museums-institutions/pergamonmuseum/home/
The animals of the Ishtar Gate
De godin Isjtar werd aangeroepen als de brenger van levenskracht. Maar, als godin van vruchtbaarheid en seksualiteit had zij tevens de kracht landbouwgrond te vernietigen en dieren onvruchtbaar te maken. Ze werd ook aangeroepen als godin van de oorlog, tijdens veldslagen en achtervolgingen. Zij werd voor het eerst rond 3000 v. Chr. vereerd als de Soemerische godin Inanna in Uruk, haar heilige stad.
Website van het Pergamonmuseum in Berlijn: www.smb.museum/museen-einrichtungen/pergamonmuseum/home/
De dieren van de Isjtarpoort
La déesse Ishtar était invoquée comme porteuse de la force vitale. Mais, en tant que déesse de la fertilité et de la sexualité, elle avait également le pouvoir de détruire les terres agricoles et de rendre les animaux infertiles. Elle était également invoquée comme déesse de la guerre, lors des batailles et des poursuites. Elle a été vénérée pour la première fois vers 3000 avant J.-C. sous le nom de déesse sumérienne Inanna à Uruk, sa ville sainte.
Site web du muséé de Pergame à Berlin: www.smb.museum/museen-einrichtungen/pergamonmuseum/home/
Les animaux de la porte d'Ishtar
With the support of the Deutsche Orient-Gesellschaft, the German archaeologist Robert Johann Koldewey ( 1855 - 1925 ) conducted excavations in Babylon from 1899 to 1914. He discovered the Etamenanki, the palace of Nbukanezar II with the hanging gardens and the Ishtar Gate. At the beginning of the excavations, digging was done at a place where broken glazed tiles were found. These turned out to be the remains of the Ishtar Gate. In 1903, the first pieces arrived in Berlin and in 1927, another 500 crates of debris followed. From these pieces, a part of the processional road and the front gate were rebuilt in the Pergamon Museum in Berlin. Missing parts were supplemented with new material.
Website of the Pergamon museum in Berlin: www.smb.museum/en/museums-institutions/pergamonmuseum/home/
Met ondersteuning van de Deutsche Orient-Gesellschaft heeft de Duitse archeoloog Robert Johann Koldewey ( 1855 – 1925 ) van 1899 tot 1914 opgravingen gedaan in Babylon. Daarbij ondekte hij de Etamenanki, het paleis van Nbukanezar II met de hangende tuinen en ook Isjtar poort. Bij het begin van de opgravingen werd gegraven op een plek waar gebroken geglazuurde tegels werden gevonden. Het bleek te gaan om overblijfselen van de Isjtar poort. In 1903 kwamen de eerste stukken aan in Berlijn en in 1927 volgden nog eens 500 kisten met brokstukken. Uit die stukken werden een deel van de processieweg en van de voorpoort heropgebouwd in het Pergamonmuseum in Berlijn. Ontbrekende delen werden met nieuw materiaal aangevuld.
Website van het Pergamonmuseum in Berlijn: www.smb.museum/museen-einrichtungen/pergamonmuseum/home/
Avec le soutien de la Deutsche Orient-Gesellschaft, l'archéologue allemand Robert Johann Koldewey ( 1855 - 1925 ) a mené des fouilles à Babylone de 1899 à 1914. Il a découvert l'Etamenanki, le palais de Nbukanezar II avec les jardins suspendus et la porte d'Ishtar. Au début des fouilles, on a creusé à un endroit où l'on a trouvé des tuiles vernissées cassées. Il s'est avéré que c'était les restes de la porte d'Ishtar. En 1903, les premières pièces sont arrivées à Berlin et en 1927, 500 autres caisses de débris ont suivi. A partir de ces pièces, une partie de la route processionnelle et la porte d'entrée ont été reconstruites au Musée de Pergame à Berlin. Les parties manquantes ont été complétées par de nouveaux éléments.
Site web du muséé de Pergame à Berlin: www.smb.museum/museen-einrichtungen/pergamonmuseum/home/
The gate of Ishtar was the main entrance to the city, through which the annual New Year's procession carried the images of the deities into the city. The processional road was almost a kilometre long and bordered on both sides by walls up to 15 m high. The road led in a straight line to the temple of the god Marduk. The gate itself is covered with blue glazed tiles, possibly of lapus lazuli, interrupted by rows of animals in yellow and brown tiles. These are symbolic of some deities. Lions are often associated with the goddess Ishtar, bulls with the weather god Adad and dragons with the chief god Marduk.
Website of the Pergamon museum in Berlin: www.smb.museum/en/museums-institutions/pergamonmuseum/home/
Lion of the Ishtar Gate
De poort van Isjtar was de belangrijkste toegang tot de stad, waarlangs de jaarlijkse nieuwjaarsprocessie de beelden van de godheden de stad indroegen. De processieweg was bijna een kilometer lang en aan beide kanten afgeboord met muren tot 15 m. hoog. De weg leidde in één rechte lijn tot de tempel van de god Marduk. De poort zelf is bekleed met blauwe geglazuurde tegels, mogelijks van lapus lazuli, onderbroken door rijen van dieren in gele en bruine tegels. Die staan symbolisch voor sommige godheden. Leeuwen worden vaak geassociëerd met de godin Isjtar, stieren met de weergod Adad en draken met de hoofdgod Marduk.
Website van het Pergamonmuseum in Berlijn: www.smb.museum/museen-einrichtungen/pergamonmuseum/home/
Leeuw van de Isjtarpoort
La porte d'Ishtar était l'entrée principale de la ville, par laquelle la procession annuelle du Nouvel An transportait les images des divinités dans la ville. Le chemin de procession était long de près d'un kilomètre et bordé de part et d'autre de murs pouvant atteindre 15 m de haut. La route menait en ligne droite au temple du dieu Marduk. La porte elle-même est recouverte de carrelages à glaçure bleus, peut-être en lapus lazuli, interrompus par des rangées d'animaux en carrelages jaunes et bruns. Ceux-ci sont symboliques de certaines divinités. Les lions sont souvent associés à la déesse Ishtar, les taureaux au dieu du temps Adad et les dragons au dieu principal Marduk.
Site web du muséé de Pergame à Berlin: www.smb.museum/museen-einrichtungen/pergamonmuseum/home/
Lion de la port Ishtar
The first sources that mention the origin of Babylon are from the 24th century B.C. The city had its greatest heyday as capital of the Old Babylonian Empire between 1770 and 1670 B.C. and as capital of the Neo Babylonian Empire and under the Persian rule between 612 and 320 B.C. Between 604 B.C. and 562 B.C. King Nebuchadnezzar II ruled over the city.
Website of the Pergamon museum in Berlin: www.smb.museum/en/museums-institutions/pergamonmuseum/home/
The Ishtar Gate
De eerste bronnen die het ontstaan van Babylon vermelden zijn van de 24 ste eeuw v. Chr. De stad kende haar grootste bloeiperioden als hoofstad van het Oud-Babylonische rijk tussen 1770 en 1670 v. Chr. en als hoofdstad van het Nieuw-Babylonishce Rijk en onder de Perziche heerschappij tussen 612 en 320 v. Chr. Tussen 604 v. Chr. en 562 v. Chr. regeerde koning Nebukadnezar II over de stad.
Website van het Pergamonmuseum in Berlijn: www.smb.museum/museen-einrichtungen/pergamonmuseum/home/
De Isjtarpoort
Les premières sources qui mentionnent l'origine de Babylone datent du 24e siècle avant J.-C. La ville a connu son apogée en tant que capitale de l'ancien empire babylonien entre 1770 et 1670 avant J.-C. et en tant que capitale du néo empire babylonien et sous la domination perse entre 612 et 320 avant J.-C. Entre 604 et 562 avant J.-C., le roi Nabuchodonosor II a régné sur la ville.
Site web du muséé de Pergame à Berlin: www.smb.museum/museen-einrichtungen/pergamonmuseum/home/
La porte d'Ishtar
ⓒRebecca Bugge, All Rights Reserved
Do not use without permission.
Detail of a lion from the Ishtar gate, the eighth city gate of the ancient city of Babylon, constructed in 575 B.C. on orders from the king Nebuchadnezzar II. Parts of this gate can be found in museums all over the world, and this one is in Ny Carlsberg Glyptotek, Copenhagen.
La porte d'Ishtar est une des huit portes de la cité intérieure de Babylone. Elle fut construite au nord de la cité en 580 av. J.-C. (empire néo-babylonien) sur ordre du roi Nabuchodonosor II. Cette porte est dédiée à la déesse éponyme Ishtar.
La porte d'Ishtar est une des huit portes de la cité intérieure de Babylone. Elle fut construite au nord de la cité en 580 av. J.-C. (empire néo-babylonien) sur ordre du roi Nabuchodonosor II. Cette porte est dédiée à la déesse éponyme Ishtar.
La porte d'Ishtar est une des huit portes de la cité intérieure de Babylone. Elle fut construite au nord de la cité en 580 av. J.-C. (empire néo-babylonien) sur ordre du roi Nabuchodonosor II. Cette porte est dédiée à la déesse éponyme Ishtar.
La porte d'Ishtar est une des huit portes de la cité intérieure de Babylone. Elle fut construite au nord de la cité en 580 av. J.-C. (empire néo-babylonien) sur ordre du roi Nabuchodonosor II. Cette porte est dédiée à la déesse éponyme Ishtar.
La porte d'Ishtar est une des huit portes de la cité intérieure de Babylone. Elle fut construite au nord de la cité en 580 av. J.-C. (empire néo-babylonien) sur ordre du roi Nabuchodonosor II. Cette porte est dédiée à la déesse éponyme Ishtar.
La porte d'Ishtar est une des huit portes de la cité intérieure de Babylone. Elle fut construite au nord de la cité en 580 av. J.-C. (empire néo-babylonien) sur ordre du roi Nabuchodonosor II. Cette porte est dédiée à la déesse éponyme Ishtar.
La porte d'Ishtar est une des huit portes de la cité intérieure de Babylone. Elle fut construite au nord de la cité en 580 av. J.-C. (empire néo-babylonien) sur ordre du roi Nabuchodonosor II. Cette porte est dédiée à la déesse éponyme Ishtar.
La porte d'Ishtar est une des huit portes de la cité intérieure de Babylone. Elle fut construite au nord de la cité en 580 av. J.-C. (empire néo-babylonien) sur ordre du roi Nabuchodonosor II. Cette porte est dédiée à la déesse éponyme Ishtar.
La porte d'Ishtar est une des huit portes de la cité intérieure de Babylone. Elle fut construite au nord de la cité en 580 av. J.-C. (empire néo-babylonien) sur ordre du roi Nabuchodonosor II. Cette porte est dédiée à la déesse éponyme Ishtar.
La porte d'Ishtar est une des huit portes de la cité intérieure de Babylone. Elle fut construite au nord de la cité en 580 av. J.-C. (empire néo-babylonien) sur ordre du roi Nabuchodonosor II. Cette porte est dédiée à la déesse éponyme Ishtar.
